De meeste ouders maakten het nochtans zelf als tiener ook mee: stress bij hun ouders in de examenperiode, hun gezaag, steeds dezelfde opmerkingen, bemoeizucht,….”moet jij niet studeren?”
En nu hoor je jezelf dat patroon herhalen. Je wilt je tiener beschermen zodat ze niet zouden falen. Maar hij is niet gebaat bij de angst van zijn ouders. Grote kans dat de tiener deze angst overneemt.
Met onderstaande tips kan jij dit patroon doorbreken en zo de sfeer thuis bewaren ook tijdens de examenperiode.
1) Word toeschouwer van je eigen gedachten
Betrap je jezelf op een angstige gedachte? Angst is een slechte raadgever en je gedachten zijn geen feiten. Probeer daarom deze angstige gedachte om te keren naar een positieve gedachte. Daar heeft iedereen baat bij. Want zo ga jij je als ouder relaxter voelen en zo straal je vertrouwen uit naar je tiener. Een voorbeeld: “Ik denk dat ze er te weinig voor gestudeerd heeft.” Omkeren: “Ik vertrouw erop dat ze haar best heeft gedaan.” Probeer deze omgekeerde versie ook te voelen. Lukt dit niet? Een andere manier om het ook positief te benaderen:
“Ik denk dat ze er te weinig voor gestudeerd heeft, maar dan zal ze daar zelf conclusies uit trekken waardoor ze er volgende keer vroeger aan begint. Dus uiteindelijk komt het goed.”
2) Steun op een onzichtbare manier, geef hen vertrouwen
Laat hen weten dat je er bent en dat ze altijd op je kunnen terugvallen. Doe ondertussen verder met je normale activiteiten, zo toon je dat je vertrouwen hebt in hun kunnen. Blijf niet rondhangen in de tiener zijn buurt. Voer geen controles uit, ze zijn op angst gebaseerd.
Achter een tiener die in zichzelf gelooft, staat altijd een ouder die in de tiener gelooft.
3) Moedig hen aan om met hun talenten aan de slag te gaan
Ga uit van wat er wél kan en niet van wat er niet kan.
Laat voelen dat je er vertrouwen in hebt dat hij de capaciteiten heeft om te slagen. De waarderende benadering is een krachtig instrument.
Als je tiener makkelijk liedjes kan onthouden, stel voor om de leerstof samen te vatten in een liedje.
Kan je tiener makkelijk beelden opslaan, laat hem mind-maps maken met zoveel mogelijk figuren en zo weinig mogelijk tekst. Of maak een verhaal van de leerstof en laat hem er beelden bij bedenken.
Of benoem eerdere succeservaringen: “Bij de loopwedstrijd liet je zien dat je een doorzetter bent.”
4) Focus op de inzet
Laat tieners begrijpen dat capaciteiten kunnen groeien door inspanning en doorzettingsvermogen. Want door oefening worden extra hersencellen aangemaakt en nieuwe verbindingen in de hersenen gelegd (neuro-plasticiteit).
Geef er dan ook aandacht aan, als je ziet dat de tiener zijn best doet. Ook al vind je dat hij niet lang genoeg heeft gestudeerd, benoem toch de inzet en blijf positief. Want alles wat je aandacht geeft, groeit. Dus aandacht geven aan datgene waar we meer van willen en niet aan datgene waar we vanaf willen.
Hierop is 1 uitzondering: geef geen aandacht aan het te behalen resultaat of het krijgen van een beloning als hij zoveel punten heeft,… zo werk je faalangst in de hand. Je tiener heeft hier immers geen volledige controle over. Hij heeft wél controle over zijn inzet.
5) Zie je tiener als een volwaardig wezen
Neem hem serieus en luister écht. Vraag of hij je hulp nodig heeft. En op welke manier het volgens hem efficiënt is. Misschien wil hij dat je hem nadien ondervraagt of dat je regelmatig iets lekkers brengt. Als hij geen hulp wilt, aanvaard dat dan. Laat hem hierover beslissen, geef vertrouwen.